Het opsporen en melden van online seksueel kindermisbruik in de EU is nu voornamelijk afhankelijk van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children en van de Amerikaanse wetgeving die aanbieders van onlinediensten verplicht dergelijke content aan het centrum te melden in plaats van aan de rechtshandhavingsinstanties. Op dit moment is er geen centrale EU-organisatie waar aanbieders van onlinediensten hun meldingen naar kunnen sturen. Als gevolg daarvan worden meldingen van misbruik in de EU doorgestuurd naar de VS en vervolgens terug naar de rechtshandhavingsinstanties in de EU.
Het EU-centrum wil dit proces vereenvoudigen. Het centrum zal meldingen van seksueel misbruik van kinderen in ontvangst nemen en toewijzen, waardoor er veel minder tijd wordt besteed aan het identificeren en filteren van meldingen. Momenteel is dit een ernstig probleem vanwege het grote aantal meldingen.
Momenteel is er, naast de bepalingen van deze tijdelijke verordening, weinig toezicht op de vrijwillige inspanningen om online seksueel misbruik van kinderen op te sporen.
Het EU-centrum zal gegevens voor transparantieverslagen verzamelen, duidelijke informatie over het gebruik van instrumenten verstrekken en audits van gegevens en processen ondersteunen. Het centrum zal er ook voor zorgen dat legitieme content niet per ongeluk wordt verwijderd en dat bedrijven de zoekinstrumenten niet misbruiken of verkeerd gebruiken.
Het EU-centrum zal als facilitator fungeren en de communicatie tussen aanbieders van onlinediensten en EU-landen efficiënter maken. Het centrum zal ook het risico op gegevenslekken in de communicatie tussen EU-landen en aanbieders van onlinediensten aanzienlijk verminderen, wat belangrijk is gezien de gevoelige aard van de uitgewisselde informatie.
De EU-landen hebben vooruitgang geboekt bij het voorkomen van seksueel kindermisbruik en het ondersteunen van slachtoffers. Er kan echter veel meer worden verbeterd, met name wat betreft het uitwisselen van kennis en beste praktijken tussen verschillende landen. Om echt succesvol te zijn, hebben de bestaande netwerken voor de uitwisseling van informatie tussen de EU-landen een centrale facilitator nodig. Deze facilitator zal de uitwisseling van beste praktijken, informatie en onderzoek ondersteunen en structureren, vergaderingen organiseren en voor vertalingen zorgen.
Het centrum zal fungeren als expertisecentrum om de EU-landen te ondersteunen bij het uitvoeren van doeltreffende preventie-initiatieven en het bieden van uitgebreide slachtofferhulp.